Langzaam loop ik het laantje in, waarover ik zojuist in
het informatiecentrum heb gelezen en probeer me voor te stellen hoe het geweest
moet zijn in die tijd. Aan het eind zie ik het monument staan, een stenen beeld
van een man, met een hand gebald ten teken van de machteloze woede. De andere
hand is geopend, omdat er nog altijd hoop is.
Het laantje hoort bij kamp Amersfoort, het doorvoerkamp
naar de vernietigingskampen in de 2e Wereldoorlog. Sommigen hadden
zelfs deze hoop van een ontsnapping tijdens het transport niet. Zij werden
meegenomen naar deze schietbaan, aan het eind van het laantje, dat door de
gevangen zelf is gegraven.
Ik krijg het koud en kruip wat dieper in mijn jas,
terwijl het toch een mooie herfstdag is. In het omringende bos lopen veel
wandelaars van het lekkere weer te genieten
een zachte wind draagt
de geur van herfstbladeren,
een hond rent voorbij