We zitten lekker in de tuin, als ik plotseling een
winterkoninkje op ons standbeeld van een struisvogel zie zitten. Dit is erg
ongebruikelijk, want meestal zie je ze alleen in de winter, als er weinig
beschutting is.
Als snel zie ik een tweede tevoorschijn komen, die wat
onhandig uit de heg komt en half vliegend, half vallend naar de grond zakt,
waar hij wordt opgevangen door de bladeren van een hosta. Al snel verschijnt er
nog een, die na een onhandige vlucht op het doek van het zonnescherm terecht
komt en daar ietwat paniekerig naar beneden begint te glijden.
Ineens begrijp ik, dat ze bezig zijn uit te vliegen. Het
volwassen winterkoninkje zit nog steeds op het beeld en moedigt de pogingen van
zijn kroost aan. Al gauw komt een derde jong tevoorschijn en vliegt met
afstandjes van ca. 1 meter naar de beukenhaag toe, als snel gevolgd door de
anderen.
De hele middag kan ik de oefeningen van de jonge
vogeltjes bekijken, die het steeds beter lukt om op takken te landen.
net uitgevlogen,
vol bravoure op de laagste tak
van een oude eik