Het is warm vandaag. De aandacht van het Chinese meisje
dat vandaag een training bij mij volgt verslapt en ik besluit om rond de
middagpauze met haar naar het tuincentrum bij ons aan de overkant van de weg te
lopen, om daar een ijsje te kopen.
Als we de weg willen oversteken moeten we even op twee
auto’s wachten. Ze vertelt me hoe het er bij haar thuis, in Shanghai aan
toe gaat. De hele dag staan er auto’s en vrachtwagens met stinkende
uitlaatgassen in een file in de stad. De lucht is er smerig en het is gezonder
om niet naar buiten te gaan.
Het timide meisje fleurt helemaal op, als we het
tuincentrum inlopen. Ze ziet het gedeelte met de kamerplanten en is verrukt
over zoveel bloemen. Ze wil alle bloemen ruiken, bladeren wil ze voelen.
Verbaasd kijk ik er naar. Als ik haar vertel dat dit alleen nog maar de
kamerplanten zijn en dat er buiten nog een hele afdeling met tuinplanten staan,
rent ze er direct naar toe. Buiten is ze sprakeloos van zoveel moois. Alles
moet ik laten zien.
Na een tijdje besluit ik dat we toch maar eens terug
moeten, uiteindelijk moet er nog wat werk verzet worden. We kopen nog het ijsje
dat we tot dan toe zijn vergeten en lopen terug. Ze is erg opgetogen over ons
uitje en denkt dat wij in Nederland toch wel de gelukkigste mensen ter wereld
moeten zijn met zo weinig verkeer en waar je zo veel bloemen kunt kopen als je
maar wilt.
kleine vlinder,
op dit eindeloze veld
zonder bloemen